De LaatstE Bazuin D S . J . F R A A N J E B I J B E L S D A G B O E K D E N H E R T O G – H O U T E N
Samenstelling: A. Bel © 2022 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3198 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
7 Woord vooraf Ds. J. Fraanje (1878-1949) nam in de Gereformeerde Gemeenten een grote plaats in. Hij was van eenvoudige afkomst en heeft nooit een school bezocht. Nadat hij op 25-jarige leeftijd krachtdadig bekeerd werd, riep God hem tot de arbeid in Zijn Koninkrijk. In 1908 verbond hij zich als oefenaar aan de Gereformeerde Gemeente te Goes. In 1912 vertrok hij naar Terneuzen, waar hij tot predikant bevestigd werd. Een jaar later werd hij predikant van Rotterdam-Boezemsingel en in 1916 leidde de weg weer naar Goes. Lange tijd was hij predikant van de Gereformeerde Gemeente in Barneveld. Hij heeft deze gemeente 31 jaar gediend, van 1918 tot zijn overlijden in 1949. Ds. Fraanje heeft ook veel betekend voor de andere gemeenten op de Veluwe. ‘Medereizigers naar de eeuwigheid’, zo sprak hij vaak zijn toehoorders aan. Het besef dat de zielen die aan hemwaren toebetrouwd op weg waren naar de eeuwigheid heeft zijn prediking gestempeld. Met ernst en liefde heeft hij de boodschap van Wet en Evangelie verkondigd. De titel van dit dagboek is ontleend aan de titel van een predicatie over de gelijkenis van de wijze en dwaze maagden, De laatste bazuin of een getrouwe waarschuwing. Zij worden vergeleken met het Koninkrijk der hemelen. Ds. Fraanje schreef hierover: ‘Wat is het Koninkrijk der hemelen? Dat is de strijdende kerk op aarde. Wat het Koninkrijk is? Het is ten eerste het Koninkrijk van Zijn macht, de Heere heeft Zijn troon gevestigd in de hemel, en Zijn Koninkrijk heerst op de aarde, Psalm 103:19. Ten tweede, het Koninkrijk der heerlijkheid, dat is de kerk in de hemel, Openbaring 2:10. Maar ten derde, het Koninkrijk dat
8 hier bedoeld wordt, dat is de strijdende kerk, dat is een dorsvloer, daar is kaf en koren, dat is gelijk een stal met bokken en schapen, dus dat is de strijdende zichtbare kerk op aarde. Laat een ieder zich onderzoeken en zichzelf niet bedriegen.’ Ds. Fraanje heeft zijn predicaties nooit zelf op schrift gesteld. Het overgrote deel is ‘opgeteekend en uitgeschreven door een oud-catechisante’, zoals op de titelbladen te lezen is. Ds. Fraanje voorzag de uitgaven vervolgens van een Voorwoord. Deze catechisante, Aartje Korevaar, heeft ook de aantekeningen over de catechisaties op schrift gesteld die ds. Fraanje gehouden heeft en waarbij hij het Kort Begrip en het vragenboekje van Hellenbroek behandeld heeft. Onwillekeurig denken we daarbij aan Smijtegelt, van wie ook veel preken bewaard zijn gebleven omdat ze door een toehoorder zijn opgeschreven. Van vrijwel alle geschriften van ds. Fraanje is voor dit dagboek gebruikgemaakt. De Heere moge het lezen van dit dagboek tot zegen stellen. Vlaardingen, 14 juni 2022 A. Bel
9 1 januari De lof is betamelijk Looft den Heere, want onzen God te psalmzingen is goed, dewijl Hij lieflijk is; de lof is betamelijk. Psalm 147:1 DedichterspoorthieraanomGodteloveninZijneigenschappen en bijzondere zorg die Hij over de inwoners der aarde heeft. Hij zegt in het eerste vers: ‘De lof is betamelijk.’ En waarom is de lof betamelijk? Dat verklaart hij in het tweede vers: ‘De Heere bouwt Jeruzalem; Hij vergadert Israëls verdrevenen.’ De psalmist geloofde dus dat God de Grondlegger van Jeruzalem was, en niet alleen de Grondlegger, maar ook de Bewaarder, Die Israëls verdrevenen vergadert. Hij vergadert en bewaart hen ten eerste tijdelijk en stoffelijk, ten tweede geestelijk, en ten derde eeuwig. De gebrokene geneest Hij, de gekwetste verbindt Hij, het verdrevene vergadert Hij, en Hij brengt hen allen tezamen in het nieuwe Jeruzalem. Het oude jaar ligt weer achter ons en het nieuwe ligt voor ons. Er valt over God niet te klagen, Hij droeg en bewaarde ons en bracht ons tot hiertoe. Zo gaan wij weer een nieuw jaar beginnen, de eeuwigheid tegemoet. Een ieder vrage zich af: behoor ik tot Israëls verdrevenen die de Heere vergaderen zal? Ben ik een levende steen aan het gebouw waarvan Christus de uiterste Hoeksteen is? Dan zult u toebereid worden tot het ogenblik daar is, dat u het nieuwe Jeruzalem zult binnengaan, waar nooit oud- of nieuwjaar wezen zal. Lezen: Psalm 147
10 2 januari In volle heerlijkheid De Heere bouwt Jeruzalem; Hij vergadert Israëls verdrevenen. Psalm 147:2 Johannes zag de heilige stad, nederdalende van God, toebereid als een bruid die voor haar man versierd is. Daar zal Hij Israëls verdrevenen vergaderen, want Johannes hoorde een grote stem uit de hemel, zeggende: ‘Zie, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen.’ Hij zal ze oplezen, één voor één. Hij leest ze op, elk in het bijzonder, van eeuwigheid in de verkiezing. Hij leest ze op, één voor één, in de tijd, van Abel tot de jongste dag. Hij roept en wederbaart hen uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Hij zal ze verzamelen in de jongste dag, waar hun lichaam, weer verenigd met hun ziel, gelijk als het lichaam van de Middelaar, in volle heerlijkheid zal gesteld worden. Wij willen dan bij de intrede van het nieuwe jaar, te midden van de oordelen Gods en de goddeloosheid der mensen, de wens uitspreken dat de Heere de verdrevenen mocht verzamelen en Juda’s steên mocht herbouwen uit het stof, beide uit Joden en heidenen en het zeer vervallen christendom, verheerlijkende Zich in hart en huis, land en kerk. Hij geve Zijn Geest over ons en in ons, tot bekering vanmensen en tot de eer Zijns Naams. Lezen: 1 Petrus 2:1-10
11 3 januari Alsdan zal de Zoon des mensen komen Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen zijn gelijk tien maagden, welke haar lampen namen en gingen uit, den bruidegom tegemoet. En vijf van haar waren wijs, en vijf waren dwaas. Mattheüs 25:1-2 Wat wij in Mattheüs 25 lezen over de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden vindt zijn verband in Mattheüs 24. In dat hoofdstuk heeft de Middelaar ten eerste gewezen op de dagen van Noach, ten tweede op de dagen van Lot, ten derde heeftHij in het toekomende gewezen op de verwoesting van Jeruzalem ten tijde van keizer Titus Vespasianus. Twee zaken waren dus in het verleden: de dagen van Noach en de dagen van Lot zijn voorbij, en de verwoesting van Jeruzalem zou nog komen. En dat begon die grote Middelaar te zeggen, want Zijn Koninklijke waardigheid wist precies wat er gebeurd is in het verleden, in de dagen van Noach en Lot. Maar Hij wist ook wat er gebeuren zou in de verwoesting van Jeruzalem, want Hij is alwetend. Maar tegelijkertijd zegt Hij in hoofdstuk 24: ‘...en dan zullen al de geslachten der aarde wenen en zullen de Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels met grote kracht en heerlijkheid.’ Dus we zien eerst de zondvloed, en dan na de zondvloed de dagen van Lot. En wat zal in het toekomende het eerst zijn? Eerst de verwoesting van Jeruzalem, en dan de komst van de Zoon des mensen. En wat zegt Hij in hoofdstuk 24? Alsdan, in de dagen vanNoach? Nee, die zijn voorbij. In de dagen van Lot? Nee, die zijn ook voorbij. Alsdan, is dat in de verwoesting van Jeruzalem? Nee, dat is er maar een type van. Maar wanneer de Zoon des mensen komt, wanneer de wereld vergaat, alsdan. Lezen: Mattheüs 25:1-13
12 4 januari De laatste bazuin Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen zijn gelijk tien maagden, welke haar lampen namen en gingen uit, den bruidegom tegemoet. En vijf van haar waren wijs en vijf waren dwaas. Mattheüs 25:1-2 Wat zegt de Middelaar in Mattheüs 25? Alsdan zal deze wereld gelijk zijn aan tien maagden? Nee, die wereld vergaat, daar blijft niets van over, dat wil zeggen: van al de vijanden blijft niets over. Daar laat Christus zien hoe het met de wereld zal zijn. Nu openbaart Hij Zijn Koninklijke waardigheid: ‘Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden...’ Waar wordt de Koninklijke bazuin geblazen? Er staat niet in de volgende zin: in de wereld, al is het waar dat zij in de wereld gehoord zal worden. Die bazuin wordt geblazen in het Koninkrijk der hemelen. Wat is het Koninkrijk der hemelen? Dat is de strijdende kerk op aarde. Wat het Koninkrijk is? Het is ten eerste het Koninkrijk van Zijn macht, de Heere heeft Zijn troon gevestigd in de hemel, en Zijn Koninkrijk heerst op de aarde, Psalm 103:19. Ten tweede, het Koninkrijk der heerlijkheid, dat is de kerk in de hemel, Openbaring 2:10. Maar ten derde, het Koninkrijk dat hier bedoeld wordt, dat is de strijdende kerk. Dat is een dorsvloer, daar is kaf en koren, dat is gelijk een stal met bokken en schapen, dus dat is de strijdende, zichtbare kerk op aarde. Laat een ieder zich onderzoeken en zichzelf niet bedriegen. Lezen: Mattheüs 3:1-12
13 5 januari Een slaap der zonde Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken en nuchter zijn. 1 Thessalonicenzen 5:6 De Heere Jezus zegt dus niet: de wereld zal gelijk zijn aan tien maagden, Hij zegt: ‘Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden, welke haar lampen namen en gingen uit, den bruidegom tegemoet.’ Dan bepaalt de Heere Jezus bij de gewoonte van de tijd waarin Hij leeft. Dan denkt Hij aan een oosterse bruiloft, die zij gewoon waren ’s nachts te houden. Er waren dan in het huis maagden, met lampen of fakkelen, die in de nacht de bruidegom tegemoet gingen en de zaal der blijdschap met hem ingingen. ‘Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn gelijk aan tien maagden...’ Alsdan, wanneer? Als de laatste bazuin geblazen wordt. Dit gaat Christus voorzeggen in Mattheüs 25, wat nu al tweeduizend jaar geleden is. Christus gaat scherp, getrouw en naarstig vermanen, om de Kerk van God te onderwijzen. Wat doen de tien maagden? Er staat dat de Bruidegom vertoefde, niet vóór zijn tijd, want Hij komt op Zijn tijd, maar in de gedachten van de maagden. Toen vielen zij in slaap, dat is een slaap in de zonde, in het toegeven. Paulus zegt: ‘Want die slapen, slapen des nachts en die dronken zijn, zijn des nachts dronken.’ Dus de wijzen en de dwazen beginnen te slapen. Zonde is dan geen zonde meer, daar wijst Christus op. Niemand preekt er zo scherp over als Christus. Dus daar hebt u de laatste bazuin. Nee, het is niet nu, maar het zál komen. Lezen: 1 Thessalonicenzen 5:1-11
14 6 januari De schapen kennen Mijn stem En Ik ken de Mijnen en word van de Mijnen gekend. Johannes 10:14 Wie blaast die laatste bazuin? Dat is de Koninklijke Bruidegom Zelf, de tweede Persoon, de Zoon van God. Hij is alwetend, eenswezens met de Vader en de Heilige Geest. ‘Raad en het wezen zijn Mijne.’ Hij is de Koninklijke Bloedbruidegom. Houdt u meer van Mozes dan van Christus? Leeft u nog bij Mozes, is dat uw bloedbruidegom? Dan zegt u net als de vrouw van Mozes: ‘Gij zijt mij een bloedbruidegom.’ Wat doet Mozes? Die verklaagt u bij de Vader, daar krijgt u geen genade van. Wie blaast de Koninklijke bazuin? De Koninklijke Bloedbruidegom! Bent u ooit in contact met de wet gekomen, met de schuld en met Gods heilig recht? Bent u ooit een verdoemelijke zondaar voor God geworden? Maar is Christus u ook van de Vader geworden tot wijsheid, tot rechtvaardigheid, tot heiligmaking, en tot een volkomen verlossing? Kent u de tweede Persoon in Zijn ambten en graveerselen? Leg uw hart eens vlak voor God. Er staat in de Heilige Schrift: ‘En Ik ken de Mijnen, en word van de Mijnen gekend.’ Als de Koninklijke Bruidegom de bazuin blaast, zegt Hij: ‘En de schapen volgen hem, overmits zij zijn stem kennen. Maar een vreemde zullen zij geenszins volgen, overmits zij de stem der vreemden niet kennen.’ Medereizigers, uw lamp van wereldse begeerten en eigenwillige godsdienst blaast God eeuwig uit; daar komt u eeuwig mee in de verdoemenis terecht. Het is Jezus, Die door de mond van Jesaja getuigt: ‘Ik ben het, Die in gerechtigheid spreek, Die machtig ben te verlossen.’ Hij is het Die de laatste bazuin blaast. Lezen: Johannes 10:1-15
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==